Het is nog maar kort geleden dat we in Nederland, na jaren van hopen op een koudegolf, eindelijk weer de schaatsen onder konden binden om de grachten op te gaan. Onze schaatskoorts werd opgewekt, zo’n strenge winter was immers alweer een tijd geleden. En hoewel de schaatsverenigingen popelden hun banen open te gooien, waren we aangewezen op natuurijs. Gelukkig werden de traditionele koek-en-zopie tenten getransformeerd tot afhaalkraampjes om koffie en glühwein to-go te bestellen.
Dat we in Nederland van ijspret houden, moge duidelijk zijn. De schaatsen waren na een paar nachten vriezen massaal uitverkocht en het was dringen op de dichtgevroren plassen en sloten. Het winterlandschap werd al in de 17e eeuw door schilders als Aert van der Neer en Hendrick Avercamp vaak geschilderd. Nadat schilders in de 19e eeuw hun inspiratie haalden uit deze oude meesters, ontwikkelde het ijsgezicht zich tot een populair genre. Soms zelfs compleet met valpartijen, zoals verbeeld door Mari ten Kate. De bekendste schilder van ijsgezichten in die periode was Andreas Schelfhout. In Besneeuwd winterlandschap heeft hij op klein formaat het Hollandse winterlandschap prachtig verbeeld, inclusief bootje dat dreigt te zinken in het koude water. De voorliefde van Schelfhout voor wintergezichten zien we ook in het werk van zijn leerling Charles Leickert. In Drukbevolkte stadsgracht bij winter zien we hoe een 19e-eeuwse stad in de winter eruit moet hebben gezien, met schaatsende mensen en bedrijvigheid op het ijs.
Bij de schilders van de Haagse School vinden we mooie taferelen terug van de winterse natuur. Door schilders die ‘en plein air’ schilderden werd de stemming in de natuur op een bijzondere manier verbeeld, zoals Anton Mauve dat deed in zijn Herder en schapen in de sneeuw. En de pakken sneeuw die we zien in de Besneeuwde schuren in het bos van Louis Apol doen ons zelfs in de lente verlangen naar de winter. Ook het kleurrijke sneeuwlandschap van Wim Schuhmacher is in de buitenlucht geschilderd tijdens een verblijf aan Hillegersberg, waar hij Herman Bieling ontmoette. Samen trokken ze erop uit: ‘we klommen over hekken (…), in de winter, in de sneeuw, en zaten daar met klompen-met-stro-erin en met warme melk bij ons en werkten tot we flauw vielen.’
De winter verbindt. IJspret wordt beleefd door jong en oud, dat is ook terug te zien in de schilderijen van de impressionisten Johan Antoni de Jonge en Jan Franken, waar iedereen samenkomt en geniet van het schaatsen. We verlangen terug naar een tijd waarin we weer zo dicht bij elkaar op het ijs kunnen staan. Tot die tijd kunt u in ieder geval genieten van de winterse schilderijen in onze galeries, en wie weet straks bij u thuis.