Piet Mondriaan kunstwerk • aquarel • tekening • voorheen te koop Bij Arnhem
Piet Mondriaan
Amersfoort 1872-1944 New York (Verenigde Staten)
1872-1944
Bij Arnhem
aquarel en gouache op papier 46,0 x 65,0 cm, gesigneerd rechtsonder en te dateren ca. 1901
Dit werk op papier was voorheen te koop.
Schilderde, tekende en etste naturalistisch (1888-1908) landschappen, figuren en stillevens, in de overgangsperiode (1909-1915) naar het abstracte neigend, daarna meer en meer abstracte composities. Behoort tot de beroemdste kunstenaars van deze eeuw. Bijna alle belangrijke musea bezitten werk van zijn hand. Datering: 1901 Literatuur: Prof. Robert P. Welsh,‘Piet Mondriaan', Tentoonstelling van vroegere werken, Den Haag 1989, no. 15 (ill.); Prof. Robert Welsh en Joop Joosten, ‘Catalogue Raissonée'. Tentoonstelling: Amsterdam, Arti et Amicitiae, 1901-1902, Gemeente Museum Arnhem. Dit schitterende landschap bij Arnhem schilderde Mondriaan hoogstwaarschijnlijk in 1901. Zijn vader was kort daarvoor vanuit Winterswijk verhuisd naar deze stad, en tijdens de bezoeken die Mondriaan hem bracht vanuit Amsterdam maakte hij een serie schilderijen en aquarellen van de omgeving. De Canadese Mondriaan-expert Robert Welsh voorzag deze aquarel als eerste van een datering en identificeerde het landschap als de omgeving van Arnhem, door verband te leggen met een aquarel van Mondriaan die in de winter van 1901 en het voorjaar van 1902 bij Arti et Amicitiae in Amsterdam was tentoongesteld. De uitwerking van de aquarel doet ook vermoeden dat hij werd gemaakt voor een tentoonstelling of voor de verkoop. In zijn pre-moderne jaren, grofweg van 1895 tot 1908, had Mondriaan een uitgesproken voorkeur voor het schilderen van landschappen, die in hun naturalistische details en atmosfeer verwantschap vertonen met het werk van de Haagse School. Dit is niet zo verwonderlijk. Deze impressionistische stroming beheerste het schilderkunstig klimaat in ons land in de tweede helft van de vorige eeuw vrijwel volledig. Bovendien was er de invloed van Mondriaans oom Frits, zelf een leerling van Willem Maris, die hem vanaf 1898 regelmatig meenam op schildertochten in de buurt van Winterswijk, en hem vertrouwd maakte met de schilderkunst van de Haagse School. De aquarel is bijzonder fijn uitgewerkt. Onder een bedekte hemel ligt iets boven het midden van het beeldvlak een witte boerderij met rood dak, omringd door glooiende akkers in sprekende kleuren groen. In de verte ligt als een witte streep de Rijn. De boompartijen op de overgang tussen midden- en achtergrond presenteren zich als massieve kleurvlakken met sterke contouren. Mondriaan combineerde dit naturalistische landschap met experimenten in beeldopbouw en compositie. Door de boerderij op het snijpunt van twee diagonalen te plaatsen, en vooraan in beeld met scherpe contouren een takkenafscheiding te schilderen, schept hij een spanning tussen de motieven voor en achter in het beeld. Hij maakte beeldelementen als het ware los van het ‘plaatje' en liet ze zien als zelfstandige vormen, die op een bepaalde manier ten opzichte van elkaar geplaatst waren. Het zo vereenvoudigen van de zichtbare wereld tot vormen en vlakken is een vroeg symptoom van zijn latere zoeken naar pure abstractie. Dit is bijvoorbeeld ook te zien in de serie aquarellen en olieverfstudies die hij in deze vroege periode maakte langs het Gein, waarvan er een aantal in het bezit is van het Haags Gemeentemuseum. Na 1908 brak Mondriaan in zijn schilderij ‘Molen bij zonlicht' met het naturalisme van zijn vroege werk en betrad hij, met het steeds verder vereenvoudigen van vorm en kleur, de weg naar zijn neo-plasticisme, waar hij beroemd om werd.