De Amsterdammer Willy Boers ontpopte zich tot een van de sleutelfiguren in de vernieuwing van de beeldende kunst in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Hij kiest voor een opleiding tot restaurator van schilderijen in plaats van zijn school af te maken. Als kunstenaar is hij autodidact. Vanaf de jaren 30 schildert hij portretten, landschappen en stillevens in een realistische stijl die kenmerkend is voor de Nieuwe Zakelijkheid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nemen zijn inzichten over kunst een radicale wending. Fantasie moet het uitgangspunt zijn en niet de werkelijkheid. Dit komt tot uiting in het abstracte werk dat hij na 1945 maakt. In die tijd reist hij regelmatig naar Parijs, komt hij onder invloed van het werk van onder meer Kandinsky en ontwikkelt hij zich tot een belangrijke voorvechter van de Nederlandse naoorlogse abstracte schilderkunst.
Eind 1946 richt Boers, samen met Ger Gerrits de groep Vrij Beelden op, met leden als Willem Hussem, Piet Ouborg en Jan Roëde. De groep kiest voor experiment en abstractie en bouwt voort op al bestaande stromingen als kubisme, surrealisme en expressionisme. Regelmatig exposeert de groep in het Stedelijk Museum van Amsterdam. Door onenigheid, zowel op het persoonlijke vlak als tegenstellingen in de gezamenlijke visie valt de groep al snel uit elkaar, nadat ook een fusie met CoBrA mislukt. Daarop volgt de oprichting in 1950 van Creatie door Boers en de uit CoBrA afkomstige Anton Rooskens en Eugène Brands. De groep heeft als doel een brug te slaan tussen de abstracte kunst van voor 1940 en de nieuwe abstracte kunst na 1950 en bestaat uit circa 25 uitsluitend abstract werkende kunstenaars. Ook Creatie is geen lang leven beschoren en valt in 1954 uiteen. Om en grotere invloedssfeer te creëren acht men het nodig ‘om krachten te bundelen en in grotere verbanden samen te werken, vooral met architecten’. Uit deze gedachte ontstaat de Liga Nieuw Beelden, die in 1955 wordt opgericht door de architect/beeldhouwer Charles Karsten, waarin CoBrA en restanten van Creatie opgaan. De Liga wordt opgericht als een werkgemeenschap van diverse kunstdisciplines waarbij integratie van de abstracte schilderkunst en de architectuur voorop staat. Boers doet hier niet aan mee, zijn vriend en collega Ger Gerrits wel.
Begin jaren zestig maakt Boers schilderijen opgebouwd uit grote vlakken, die een strenge soberheid uitstralen. Het kleurgebruik beperkt zich tot zwart, grijs, wit of zandkleur, met soms een accent in rood of blauw. Daarnaast ontstaan rond 1970 collages op papier. Boers was een veelzijdige kunstenaar, niet alleen was hij rasschilder, tekenaar en beeldhouwer, maar schreef hij ook een groot aantal verhelderende stukken over abstracte kunst.