Van Konijnenburg schilderde aanvankelijk portretten en landschappen in impressionistische trant. In 1894 veranderde zijn stijl onder invloed van het gestileerde en symbolisch geladen werk van Toorop en Thorn Prikker. Vanaf die tijd stelde hij zijn kunst in dienst van het uitbeelden van universele waarheden zoals de strijd tussen goed en kwaad en tussen duister en licht. Daarvoor gebruikte hij religieuze en mythologische thema's en een op geometrische principes gebaseerde schilderstijl. Ook maakte hij vlot en raak getekend reclame- en illustratiewerk.