Wilhelm Bartsch behoorde tot de Duitse schilders die tussen 1885 en 1914 regelmatig naar het Hollandse vissersdorp Katwijk kwamen om daar motieven voor hun schilderijen op te doen en daar meestentijds in de zomermaanden een schilderskolonie vormden. In tegenstelling tot Scheveningen leefde men in het dorp Katwijk tot ver in de 19e eeuw nog van de visvangst en het mondaine strandleven was er nog nauwelijks op gang gekomen. Bartsch schilderde net als zijn landgenoten de duinen, de boeren en de vissers, maar had een bijzondere voorliefde voor de bommen op het strand, de visafslag en binnenlopende vissersschepen. Behalve naar Holland reisde hij ook langs de Italiaanse, Deense en Belgische kust. Naast zeegezichten schilderde hij ook landschappen en bosgezichten.