De Belgische schilder Theo van Rysselberghe geldt als een van de belangrijkste neo-impressionisten in het kielzog van Seurat. Tijdens een reis naar Parijs in 1886 zag hij als jong kunstenaar voor het eerst Georges Seurats ‘La Grande Jatte', een schilderij dat als manifest geldt van het neo-impressionisme. Het maakte zoveel indruk dat hij vanaf die tijd zijn schilderijen opbouwde uit talloze zeer fijne kleurstippen. Het schiep een dromerige, transparante atmosfeer, die zich uitstekend leende voor de kustgezichten en landschappen die hij schilderde. Als een van de weinige kunstenaars paste Van Rysselberghe deze techniek ook toe voor portretten, meestal van naaste familieleden en bekenden. Tussen 1897 en 1926 wijdde hij zich daarnaast ook aan het schilderen van een reeks landschappen met baadsters.