Jozef Cantré, zowel beeldhouwer, houtsnijder als graficus, werd opgeleid aan de Gentse Academie, maar vluchtte in 1918 naar Nederland. Daar raakte hij bevriend met Gustave De Smet en Frits Van den Berghe die al eerder naar het kunstenaarsdorp Blaricum waren uitgeweken. Onder invloed van Duits expressionistische stromingen als Die Brücke en Der Blaue Reiter ontwikkelden de drie een expressionistische stijl die later bekend zou worden onder de term Vlaams expressionisme. Via Hendrik Wiegersma, arts en kunstenaar, leerde Cantré Ossip Zadkine kennen wiens cubistische stijl cruciaal zou zijn voor de ontwikkeling van Cantré. Pas in 1930 kon Cantré terugkeren naar België.