Joseph van Luppen behoort tot de realistische school van de Belgische landschapschilderkunst. Belangrijk voor zijn ontwikkeling waren de lessen landschapschilderen op de Antwerpse academie, en vooral het onderricht van Frans Lamorinière die in Barbizon was geweest. Met bijna topografische nauwkeurigheid schildert Van Luppen zijn landschappen; door toevoeging – zo nu en dan – van romantisch landvolk ademen ze soms een melancholische, romantische sfeer. Berglandschappen waren bij de schilder favoriet. Daarvoor bezocht hij regelmatig de Ardennen, maar ook reisde hij naar de bergachtige streken van Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië. Vanaf 1880 gaf Van Luppen leiding aan de landschapschilderklas van de academie van Antwerpen.