Beeldhouwer Jos de Decker werd opgeleid aan de academies in Dendermonde en Brussel, waarna hij in 1937 een reis naar Italië maakte om daar de renaissancebeeldhouwkunst te bestuderen. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij leraar aan de academie in Dendermonde, waarvan hij uiteindelijk directeur werd. De Deckers hoofdthema’s zijn de vrouw, het kind en het paard. Aanvankelijk werkte hij zeer figuratief, maar in de jaren ’80 stileerde en abstraheerde hij zijn beelden meer. In de jaren ’90 werd zijn werk vervolgens weer figuratiever. Hij maakte ook sculpturen voor de publieke ruimte, waaronder fonteinen, kerkbeelden en in 1938 een borstbeeld van de Belgische koningin Astrid (Brussel).