Johannes ten Kate, geboren in 1859 in Amsterdam, verhuisde in 1874 op 15-jarige leeftijd naar Den Haag. Hier woonde en werkte hij tot aan zijn dood in 1896. Ten Kate stamde uit een artistieke familie; zijn vader was J.M.H. ‘Mari’ ten Kate en zijn neef H.F.C. ten Kate, beide romantische genreschilders. Vermoedelijk heeft Johannes les gehad van zijn vader.
Ten Kate maakte reizen naar het buitenland; hij bezocht Londen en in 1881 maakte hij tijdens een studiereis naar Paris kennis met het impressionisme, de kunststroming die eind van de 19e eeuw in de Franse hoofdstad begon. De impressionisten trokken naar buiten om daar zo goed mogelijk het effect van licht op kleur en vormen vast te leggen. Dat deed Ten Kate ook, maar toch heeft hij nooit afscheid kunnen nemen van de romantiek; hij verenigde beide stijlen en schilderde in romantisch-impressionistische stijl genrestukken en landschappen, waaronder veel strandgezichten. Aan het Scheveningse strand legde hij het vissersleven in al zijn facetten vast; visafslagen, schelpenkarren, vissersvrouwen op de uitkijk, maar ook familie uitjes aan het strand toen het badleven zijn intrede had gedaan. Ten Kate was actief in het Haagse verenigingsleven en lid van kunstenaarssociëteit Pulchri Studio en de literaire sociëteit De Witte.