Jan ten Have begon in 1915 met zijn opleiding aan de Groninger academie Minerva. Vanaf 1922 dateren zijn eerste contacten met de leden van De Ploeg, maar pas omstreeks 1950 werd hij lid van deze kunstenaarsvereniging. Ten Have schilderde aanvankelijk stadsgezichten, Groninger landschappen en stillevens waarvan de zwierige penseelvoering en vaak vereenvoudigde beeldtaal aansluit bij die van de Ploegschilders. Vanaf eind jaren '50 ontstonden vrijwel alleen nog maar kubistische en abstracte werken.