Na zijn opleiding aan de academie van Antwerpen vertrok de Belg Jan van Beers in 1878 naar Parijs, waar hij enige tijd in het atelier van de portret- en genreschilder Alfred Stevens werkte. Vanaf 1880 schildert hij ambitieuze, grote historische taferelen. Daarna worden het kleine genrewerkjes, mondaine voorstellingen en ‘wufte toneeltjes’ die de sfeer ademen van het fin-de-siècle. Ook maakte hij portretten. Van Beers behoorde gaandeweg tot de mondaine kringen in Parijs. In zijn exotisch en decadent aangeklede huis ontving hij vele beroemdheden (al dan niet met hun maîtresses) en zelfs gekroonde hoofden. De schilder nam rond 1900 deel aan tentoonstellingen in België, Frankrijk en Nederland.