Het oeuvre van Pieter Hendrik Koekkoek is in ons land heel wat minder bekend dan dat van zijn neven en generatiegenoten. Mogelijk ligt de oorzaak in het feit dat hij afwisselend in Holland en Engeland verbleef, en na 1890 ook langdurig in het buitenland woonde. Als enige zoon van Marinus Adrianus werd hij na 1855 door zijn vader tot romantisch landschapschilder opgeleid. Zijn artistieke erfenis spreekt uit het werk dat hij in de jaren zestig en zeventig maakte: fijn uitgewerkte boomrijke landschappen met boeren, reizigers en vissers in een romantische belichting. Daarmee ging hij bewust voorbij aan het beginnende impressionisme van de schilders in Den Haag, Oosterbeek en Laren. In de daaropvolgende Engelse periode koos de schilder voor een meer realistische stijl, al hield hij het bij bosgezichten en winterlandschappen. Pieter Hendrik signeerde zijn schilderijen doorgaans met ‘H.P. Koekkoek’.