Een van de ooms van Hermanus Willem, Barend Hendrik Koekkoek, was minder veelzijdig dan zijn neefje. Er kwamen hoofdzakelijk romantische bosgezichten van zijn schildersezel, met als voornaamste variatie de wisselingen der seizoenen en verschillende stoffage. Onder zijn vroegste schilderijen komen nog enkele zee- of strandgezichten voor, gemaakt in de periode waarin hij sterk beïnvloed wordt door zijn broer Jan H.B. Koekkoek. Later werk toont echter vooral houtsprokkelaars of wandelaars, al dan niet met vee, in een boomrijk en soms heuvelachtig landschap. Barend Hendrik kreeg les van zijn vader Hermanus en vermoedelijk ook van zijn oom Marinus Adrianus. Hij woonde in Amsterdam, waar hij in januari 1879 een kunsthandel opende, verbleef in Hilversum en Brussel en schilderde ook in Gelderland. In navolging van zijn broer Hermanus jr, vestigde hij zich na 1882 in Londen. Winterlandschappen met hoogopgaande bomen in staand formaat zijn kenmerkend voor zijn Engelse periode.