Frans Breuhaus de Groot leerde het schildersvak van Andreas Schelfhout, en kreeg ook aanwijzingen van de landschapschilder A.J. Besters ((1747-1819). Tot 1838 woonde en werkte hij in Leiden, daarna in Den Haag. Ook maakte hij verscheidene reizen naar Duitsland. In 1845 werd hij lid van de Koninklijke Academie in Amsterdam. Breuhaus de Groot specialiseerde zich in landschappen, en schilderde ook enkele zee- en strandgezichten. Hij was leermeester van zijn zoon F.A. Breuhaus de Groot.