Félix Ziem studeerde aanvankelijk voor architect, maar schilderen was zijn grote liefhebberij. Rond 1848 koos hij dan ook definitief voor de schilderkunst. Hij vestigde zich in Parijs, waar hij vriendschap sloot met Jean-François Millet en Théodore Rousseau, voormannen van de School van Barbizon. In de jaren daarna schilderden zij regelmatig gezamenlijk in de bossen van Fontainebleau. In zijn landschappen, zee- en riviergezichten nemen water en lucht de belangrijkste plaats in. En met zijn impressies van de steden die hij tijdens vele reizen bezocht, in het bijzonder van Constantinopel en Venetië, betoverde hij vele klanten. In de jaren 50 bezocht hij Nederland, waar hij polderlandschappen schilderde. Ziem werkte vooral in olieverf en met een opvallend losse penseelvoering.