De Belgische schilder Carpentier schilderde historische, religieuze en genretaferelen, maar vooral voorstellingen van het boerenleven. Hij debuteerde in een academische stijl, aansluitend bij de toen zo populaire historieschilderkunst. Tijdens zijn verblijf in Parijs (1871-1886) maakte hij kennis met de plein air-schilderkunst. Na terugkeer in België ontdekte hij dankzij Les XX het impressionisme en ontwikkelde hij een vlottere, luministische stijl. Carpentier schilderde in deze periode bij voorkeur buitentaferelen bij tegenlicht, vaak met een mondaine noot. Hij was leraar en directeur aan de Luikse Academie, waar hij het impressionisme en het luminisme introduceerde. Werk in talrijke musea, o.m. in Antwerpen, Brugge, Kortrijk, Luik, Mechelen, Namen, Verviers, Triëst