De selfmade kunstenaar Daan van Golden schilderde in de vroege jaren 60 grote abstract-expressionistische gouaches. Daar kwam verandering in tijdens een verblijf in 1962-1964 in Japan, toen hij overging van een impulsieve schilderkunst naar uiterst gedisciplineerd tot stand gekomen schilderijen. Ook was het schilderen zelf niet meer bepalend voor zijn schilderijen, maar het concept dat daaraan vooraf ging. En ook de veranderlijkheid ervan, afhankelijk van de omgeving. Dit komt vooral tot uiting in de presentatie van zijn werk op tentoonstellingen, die hij vanaf 1964 in eigen hand hield. Vanaf eind jaren 60 begint Van Golden met fotograferen en maakt hij kunstwerken op basis van bestaand beeldmateriaal.