Armando: beeldhouwer, violist, theater- en filmmaker, schilder, lithograaf, schrijver, dichter. Existentiële thema’s komen in zijn werk aan de orde: goed en kwaad, vergankelijkheid, melancholie, oorlog, lijden. De tragiek van de mens, in al zijn facetten, wordt door Armando verbeeld. Zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog vormen de bron voor zijn werk. Als kind wonend nabij Kamp Amersfoort, werd hij direct geconfronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. In zijn werk spelen hierdoor destructie en vervorming als beeldend principe een essentiële rol. De schilderijen en beelden zijn overweldigend door hun monumentaliteit en dramatische uitstraling. Soberheid in materiaal, kleur en vorm, en een ruwe, pasteuze ‘huid’ geven zijn kunstwerken de visuele kracht van een oerbeeld. De veelzijdigheid van kunstenaar Armando kent bijna geen grenzen. Met overdonderende energie is hij tot op hoge leeftijd actief, gedreven door de drang om steeds weer iets nieuws te scheppen.
Zijn jeugd brengt Armando door in Amersfoort. Hij studeert een aantal jaren kunstgeschiedenis en maakt deel uit van de in 1958 opgerichte Nederlandse Informele Groep die in 1960 opgaat in de Nederlandse Nul-Beweging. De thema’s in zijn werk, hij ziet dit zelf als ‘gesamtkunstwerk’, komen voort uit de tijd die hij als kind in de Tweede Wereldoorlog doorbracht in de nabijheid van Kamp Amersfoort. Het oorlogsgeweld maakte diepe indruk en in zijn schilderkunst refereert hij vaak aan de gruweldaden van de nazi’s. Hij vindt zijn inspiratie in de verhouding tussen goed en kwaad, dader en slachtoffer, schuld en onschuld. Zowel in zijn poëzie, schilderkunst als proza zijn deze thema’s terug te zien. Armando zei zelf: ‘Alles wat mijn werk betreft komt voort uit 40-45’. Na de oorlog bedenkt hij het begrip ‘Schuldig landschap’ voor omgevingen waar gruwelijkheden zich afspeelden, waar later niets meer van terug te zien is. Zo’n schuldig landschap is ook de omgeving waar hij tijdens de oorlog speelt. Armando schrijft in 1973: ‘Het is hier vredig, maar opgepast. Stilte komt soms na lawaai: hier was pijn, hier ranselde de medemens’.
In de jaren zestig wordt hij chef kunstredactie bij de Haagse Post en later schrijft hij columns voor NRC Handelsblad. In de jaren zeventig en tachtig is Armando samen met Cherry Duyns te zien op de VPRO-televisie en in het theater met het absurdistische Herenleed, een sketch voor twee heren. Als violist speelt hij met het Armando Kwartet en het zigeunerorkest van Tata Mirando.
In 1989 wordt in de Elleboogkerk in Amersfoort het Armandomuseum geopend, dat in 2007 volledig in vlammen opgaat. Bijna de gehele collectie gaat verloren. Maar Armando gaat gewoon verder. Hij zegt daarover later in de Volkskrant: ‘In dat opzicht denk ik dus niet dat ik gevoelens heb. Anderen waren in tranen en ik dacht alleen maar: nou, jammer’. Het deel van de collectie dat gered kan worden gaat naar een nieuw museum op landgoed Oud Amelisweerd, dat in 2014 in Bunnik door prinses Beatrix, bewonderaar van de kunstenaar, wordt geopend. Zijn laatste jaren brengt Armando door in het Duitse Potsdam, waar hij in 2008 naartoe verhuist en waar hij in 2018 op 88-jarige leeftijd overlijdt. Zijn laatste schilderij maakte hij veertien dagen voor zijn dood.