Amédée Degreef, zoon van de landschapschilder Jean Degreef, was schilder van het Zoniënwoud en het Brabantse landschap, de Schelde, de Noordzee en het vlakke Belgische land. Ook schilderde hij interieurs, stillevens en portretten. Aanvankelijk studeerde hij muziek, werd daarna decorateur en bezocht tenslotte de Brusselse Academie. Rond 1900 werd hij lid van Le Sillon, waartoe onder anderen ook de schilders Frans Smeers en Alfred Bastien behoorden. Deze 'Sillonnisten' reageerden op het in België tot inhoudsloze routine geworden neo-impressionisme en kozen voor een terugkeer naar een realistischer schildertrant in een somber palet. Degreef koos echter geleidelijk aan voor de lichte kleuren en het buiten schilderen van de luministen. Als ware portrettist van de natuur schilderde hij in spontane verfstreken en rijke kleuren de fijne nuances van het (zon)licht.